Ambten en Kerkenraad

Ambten
Wij kennen vanuit de Gereformeerde traditie het drievoudig ambt van Christus: Profeet, Priester en Koning, werkzaam in zowel de ouderling als de predikant en de diaken. In deze benadering komt tot uiting, dat de weg van Christus geen privé-zaak was. Het is een werk dat Hem opgelegd is door de Vader en dat Hij ten dienste van mens en kosmos heeft aangenomen en volbracht. Jezus is immers de Christus. Dat is een ambtsnaam en duidt op Zijn vervuld zijn van de Heilige Geest.
De van Hem uitgaande drie ambten van diaken, predikant en ouderling beweegt zich dus in de weg van de Gezalfde. Ten tweede verwijzen de drie ambten ons naar het Oude Testament, en daarin naar de gestalten van priester, profeet en koning, door wie God tot Zijn volk komt. Zo is de drie ambtenleer uitbeelding van de eenheid van het Oude en Nieuwe Testament. De leer van het drievoudig ambt behoedt de kerk voor eenzijdige toespitsing of versmalling van het werk van Christus. In het profetische neemt Christus de onkunde en duisternis weg en brengt zo tot de kennis des Heeren. In het Hogepriester zijn neemt Christus de schuld weg en verzoent ons met God in het dragen van de straf. Als de eeuwige Koning verbreekt Hij de machten van de duisternis en dood.
Het drievoudig ambt van Christus komt overeen met de sfeer van de rede, het willen en het hart. Ons verstand, ons gevoel en onze wil.
Het ambt heeft ook gemeenschap stichtende betekenis. Juist in het ambtelijke, in de predikant, ouderling en diaken, wordt de tijd overbrugd en komt Christus in de tijd nabij. De verdienste van Christus is weliswaar eenmalig, Zijn werkzaamheid niet. In de gemeente van vandaag wil Christus werkzaam zijn door middel van de ambten. Hun verantwoordelijkheid en hun werkzaamheden betreffen al wat in deze gemeentegids wordt vermeld. De ambten zijn verdeeld over de volgende personen:

Verkiezing van de kerkenraadsleden
De verkiezing van de kerkenraad geschiedt in onze gemeente door de belijdende lidmaten van onze gemeente. De belijdende lidmaten krijgen eerst de gelegenheid om namen van lidmaten in te dienen, vervolgens benoemd de kerkenraad iemand. Deze krijgt een week bedenktijd om deze benoeming te aanvaarden. Bij de zesjaarlijkse stemming hebben de gemeenteleden recht van stemming over het verloop van de verkiezing van ambtsdragers.